Triaxiaalproef
MOS Grondmechanica heeft de beschikking over 13 triaxiaal opstellingen. Met de triaxiaalproef wordt het gedrag van een bodemlaag bepaald; hoe vervormt de grond als zij wordt belast of ontlast. Er zijn meerdere typen triaxiaalproeven; de bekendste zijn de gedraineerde en de ongedraineerde proef, beter bekend als de CD- en de CU-proef. De software voor het uitvoeren en uitwerken van de proeven is zelfontwikkeld.
De proef wordt van oudsher bij drie verschillende spanningsniveau’s uitgevoerd. Dit voor bepaling van een phi en c. Wanneer de proef op eenzelfde monster met 3 trappen wordt uitgevoerd wordt dit multi-stage genoemd en op 3 verschillende homogene monsters heet dit single-stage. Uit vergelijking van de sterkte en het vervormingsgedrag van de grondmonsters bij die verschillende belastingen kan o.a. het gedrag van de grond bij belastingverandering (belasten of ontlasten) worden afgeleid. Eéntraps proeven welke in een proevenverzameling worden gestopt komen ook steeds meer voor